Algemene gedragscodes:
Algemene gedragscodes
- Helm verplicht.
- Houd je aan de verkeersregels.
- Houd zichtbaar rekening met anderen.
- Fietsbel en gebruik ervan verplicht.
- Geef tijdig aan welke richting je gaat volgen.
- Blijf beleefd tegen andere weggebruikers.
- Rijd altijd op het aangegeven weggedeelte/ fietspad.
- Passeer een fietser of wandelaar op gepaste snelheid.
- Volg aanwijzingen op van politie en/of verkeersregelaars.
- Gooi afval in een afvalbak.
- Rijd in de Ettelbrück-Amstenrade kleding
- Heb plezier!
gedragsregels bij toerfietsen in een groep(versie 2023):
- Gedragsregels bij toerfietsen in een groep
Fietsen op de openbare weg is al een kunst op zich. Het rijden in een groep vereist nog meer van de fietser. Het is algemeen bekend dat de meeste ongevallen gebeuren in een groep. Reden genoeg om een verzameling regels op te stellen voor de veiligheid in onze toertocht. Natuurlijk is het gezellig om met de fietser naast je te kletsen. Een sociaal gebeuren dat het toerfietsen een extra dimensie geeft. Belangrijk is dat je geconcentreerd en alert blijft fietsen in een groep. Goed opletten voorkomt plotseling remmen of van je lijn afwijken. Veel ongevallen in een toerpeloton gebeuren vaak door onverwachte omstandigheden. Veel plotselinge uitwijkmanoeuvres en remacties zijn vaak reden voor valpartijen. Ook zijn niet alle fietsers op de hoogte van algemene regels die het veilig fietsen in een groep bevorderen. Je kunt allerlei regels bedenken maar de verantwoording ligt natuurlijk bij de fietser zelf. De fietser moet ook weten wat voor snelheid hij/zij aankan en zich afvragen of die snelheid past bij de groep waarin hij/zij fietst.
We houden rekening met elkaar bij Ettelbrück-Amstenrade dus:
- Er wordt als groep gereden. Samen uit, samen thuis.
- De tocht is geen wedstrijd.
- We houden ons aan de verkeersregels.
- Alle deelnemers dragen een ID en het pasje van de zorgverzekering bij zich, dragen de rode
SOS band en installeren ICE ( In Case of Emergency) in hun mobiele telefoon. - Bij pech wordt er gewacht en geholpen bij de reparatie.
- Rijd nooit blindelings achter iedereen aan.
- Bij een klim wachten we bovenaan tot de laatste boven is. Het wachten boven aan een klim
moet de functie van wachten hebben, niet van een extra pauze. Wie na elk klimmetje een
extra pauze nodig heeft hoort in de bezemwagen. - Na een bocht en/of lastige situatie, houden de voorste fietsers tempo in totdat de groep
weer aaneengesloten is.
- In groepsverband niet met losse handen rijden.
- In groepsverband niet rijdend achterom kijkend een gesprek voeren.
- Nooit abrupt van richting veranderen of remmen maar langzaam uitrijden.
- Bij twijfel over de richting rustig rechtdoor fietsen (indien mogelijk).
- Als je de berm in rijdt niet de weg/ het fietspad weer oprijden maar rustig uitrijden en
remmen. - Niet mobiel bellen tijdens het rijden.
- In de bebouwde kom wordt het tempo aangepast.
- Als iemand het tempo niet aan kan wordt er gewacht en het tempo aangepast
- Iemand die duidelijk moeite heeft met het tempo, mag op de tweede of derde rij fietsen.
- De wegkapitein of routeleider bepaalt het tempo.
- Als iemand aanzienlijk beter is dan de overige deelnemers gaat deze niet op kop rijden en
het tempo bepalen maar maakt zich op een andere wijze dienstbaar aan de groep. - Gebruikmaken van opzetsturen o.i.d. is verboden.
- Het je laten voorttrekken door een motor of auto is verboden
- Aanwijzingen van de wegkapiteins/routeleiders worden opgevolgd
Rijtekens in de groep:
- Als er gestopt moet worden geven de voorrijders een stopteken met de arm recht omhoog en roepen ‘STOP’ en de deelnemers doen dit ook en geven de roep door naar achter.
- Als de weg vrij is, geven de voorrijders een teken met de arm omhoog naar voren wuivend en roepen ‘VRIJ’, iedereen kan weer gaan fietsen en de groep geeft de roep door naar
achter. - Bij rechtsaf: voorrijder met arm rechts en roept ‘RECHTS’ de groep geeft de roep door naar
achter. - Bij linksaf: voorrijder geeft dit aan met arm naar links en roept ‘LINKS’ de groep geeft de roep
door naar achter. - Bij rechtdoor: voorrijder roept ‘RECHTDOOR’ de groep geeft de roep door naar achter.
- Bij obstakel rechts van de weg of inhalen mede weggebruiker: de voorrijders roepen duidelijk
‘VOOR’ de groep geeft de roep door naar achter. - Bij obstakel links van de weg of tegenligger: voorrijders roepen duidelijk ‘TEGEN’ en de groep
geeft dit door naar achter. Obstakels in of op het wegdek roep dan luid de naam “TAK, PAAL, GAT” enz. en wijs met arm naar beneden het obstakel aan, de groep geeft dit naar achter door - Ingehaald worden roep dan luid “ACHTER” (fietser, auto enz.) de groep geeft de roep door naar voor
- Zijn er technische problemen roep dan luid “LEK”
- Geef al deze boodschappen door van voor naar achter of achter naar voor anders heeft het
geen effect - De voorste fietsers ‘waarschuwen’ andere weggebruikers tijdig en vriendelijk. De laatste van
de groep geeft aan dat hij/zij de laatste van de groep is - Blijf alert en geconcentreerd.
- Het wisselen van koppositie in de groep kan op meerdere manieren gebeuren. Maak
hierover binnen de groep duidelijke afspraken welke methode wordt toegepast.
Iedere groep kent 2 wegkapiteins.
Deze kapiteins/routeleiders sturen de groep aan en bepalen het tempo, de richting, houden de afspraken (regels) in de gaten en zien erop toe dat alle fietsers in de groep zich aan de regels houden.
De wegkapiteins houden de veiligheid tijdens de tocht in de gaten, doch de fietsers van de groep blijven zelf verantwoordelijk.
De taken van een wegkapitein zijn:
- Hij moet de route van tevoren voorbereiden c.q. doorlezen zodat hij globaal de route kent.
- Er op toezien dat de groep zich houdt aan de gemaakte afspraken m.b.t. de afgesproken
snelheid. - De groep of leden in de groep aanspreken indien er sprake is van onverantwoord rijgedrag,
of wanneer er wordt afgeweken van de verkeersregels en derden niet correct worden
benaderd. - Indien deelnemers fysiek in de problemen komen deze voor in de groep laten fietsen en zo
nodig de snelheid aanpassen. - Bij pech of ongevallen ter plaatse als coördinator optreden.
- Bij (ernstig) ongeval de familie informeren via ICE nummer.
- Melding maken, bij de algemeen coördinator, van het ongeval.
Hoe te handelen bij een calamiteit?
1. Niet levensbedreigende situaties
Zorg eerst voor je eigen veiligheid en die van de groep. Schat in overleg met de EHBO begeleiding in of EHBO voldoende is of dat de hulpdiensten moeten worden gewaarschuwd. In dat geval belt de wegkapitein het telefoonnummer van de alarmcentrale en familie (ICE nummer).
Stel met de EHBO’er vast welke acties noodzakelijk zijn en beslis of en op welke wijze de groep haar tocht voortzet. Geef de motards en groepsleden adequate aanwijzingen. Delegeer waar nodig taken.
2. Levensbedreigende situaties
Zorg eerst voor je eigen veiligheid en die van de groep. Bel dan het algemene alarmnummer 112 via de App ‘112 Where Are You’ ( vooraf de app ‘112 where ar you’ installeren zodat 112 een gps locatie heeft).
Geef aan waar het slachtoffer zich bevindt en wat de verwondingen zijn. Informeer de familie via ICE nummer. Informeer de algemeen coördinator tijdens de rit. (zie taken wegkapitein)
Stel met de EHBO’er vast welke acties noodzakelijk zijn en beslis of en op welke wijze de groep haar tocht voortzet. Geef de motards en groepsleden adequate aanwijzingen. Delegeer waar nodig taken.
3. Ongeval met tegenpartij- Ga niet in discussie met de betrokken partij
- Fotografeer zo veel mogelijk ( plek ongeval, situatie, schade en verwondingen)
- Blijf vriendelijk en noteer de gegevens van betrokkenen
- Noteer de gegevens van eventuele getuigen
- Stel je onder medische behandeling i.v.m. het eventuele recht op schadevergoeding
- Ga niet in discussie met de betrokken partij
hoe te handelen bij een calamiteit:
1. Niet levensbedreigende situaties
Zorg eerst voor je eigen veiligheid en die van de groep. Schat in overleg met de EHBO begeleiding in of EHBO voldoende is of dat de hulpdiensten moeten worden gewaarschuwd. In dat geval belt de wegkapitein het telefoonnummer van de alarmcentrale en familie (ICE nummer).
Stel met de EHBO’er vast welke acties noodzakelijk zijn en beslis of en op welke wijze de groep haar tocht voortzet. Geef de motards en groepsleden adequate aanwijzingen. Delegeer waar nodig taken.
2. Levensbedreigende situaties
Zorg eerst voor je eigen veiligheid en die van de groep. Bel dan het algemene alarmnummer 112 via de App ‘112 Where Are You’ ( vooraf de app ‘112 where ar you’ installeren zodat 112 een gps locatie heeft).
Geef aan waar het slachtoffer zich bevindt en wat de verwondingen zijn. Informeer de familie via ICE nummer. Informeer de algemeen coördinator tijdens de rit. (zie taken wegkapitein)
Stel met de EHBO’er vast welke acties noodzakelijk zijn en beslis of en op welke wijze de groep haar tocht voortzet. Geef de motards en groepsleden adequate aanwijzingen. Delegeer waar nodig taken.
3. Ongeval met tegenpartij
Zorg eerst voor je eigen veiligheid en die van de groep. Schat in overleg met de EHBO begeleiding in of EHBO voldoende is of dat de hulpdiensten moeten worden gewaarschuwd. In dat geval belt de wegkapitein het telefoonnummer van de alarmcentrale en familie (ICE nummer).
Stel met de EHBO’er vast welke acties noodzakelijk zijn en beslis of en op welke wijze de groep haar tocht voortzet. Geef de motards en groepsleden adequate aanwijzingen. Delegeer waar nodig taken.
2. Levensbedreigende situaties
Zorg eerst voor je eigen veiligheid en die van de groep. Bel dan het algemene alarmnummer 112 via de App ‘112 Where Are You’ ( vooraf de app ‘112 where ar you’ installeren zodat 112 een gps locatie heeft).
Geef aan waar het slachtoffer zich bevindt en wat de verwondingen zijn. Informeer de familie via ICE nummer. Informeer de algemeen coördinator tijdens de rit. (zie taken wegkapitein)
Stel met de EHBO’er vast welke acties noodzakelijk zijn en beslis of en op welke wijze de groep haar tocht voortzet. Geef de motards en groepsleden adequate aanwijzingen. Delegeer waar nodig taken.
3. Ongeval met tegenpartij
- Ga niet in discussie met de betrokken partij
- Fotografeer zo veel mogelijk ( plek ongeval, situatie, schade en verwondingen)
- Blijf vriendelijk en noteer de gegevens van betrokkenen
- Noteer de gegevens van eventuele getuigen
- Stel je onder medische behandeling i.v.m. het eventuele recht op schadevergoeding.